Module Eerste Hulp
Reanimatie met AED
Een stoornis in de ademhaling en/of de bloedsomloop brengt het
functioneren van onze organen en hersenen in groot gevaar.
Het is daarom belangrijk om de ademhaling en circulatie zo snel
mogelijk weer op gang te brengen. Dit doe je door middel van
reanimatie. Reanimatie is een combinatie van beademen en het geven
van borstcompressies. Met beademen kunt u de ademhaling weer op
gang brengen. Met behulp van borstcompressies, kunt u proberen het
bloed van een slachtoffer weer rond te laten stromen. Beide technieken
komen hierna aan bod. Bekijk het protocol circulatie en de filmpjes van
de Nederlandse Reanimatie Raad.
Er is een belangrijk verschil tussen kinderreanimatie en het reanimeren
van volwassenen. De aanvang van de reanimatie is anders en de
verhouding tussen het aantal borstcompressies en het geven van de
beademingen.
Bij het starten van de reanimatie gaan wij als volgt te werk:
Volwassenen: 30 borstcompressies | 2 beademingen
Kinderen: 5x beademen | 15 borstcompressies | 2x beademen
daarna:
Volwassenen:30 borstcompressies | 2 beademingen
Kinderen: 15 borstcompressies | 2x beademen
Bij volwassenen gaan wij altijd uit van een hartprobleem, terwijl wij bij
kinderen eerst uitgaan van een zuurstof probleem.
Begin zo snel mogelijk met reanimeren na het constateren van een
circulatiestilstand. Probeer het reanimeren zo lang mogelijk vol te
houden. Wissel na 2 minuten met iemand die ook kan reanimeren.
Een reanimatiepoging mag u nooit uitstellen. Elke seconde telt! Door
zo snel mogelijk te beginnen, is de kans groter dat het slachtoffer het
overleeft en dat hij of zij geen hersenbeschadiging oploopt. Alleen in
geval van een vastgestelde dood, kan door medisch personeel worden
beoordeeld dat er sprake is van overlijden. In deze gevallen is het
overduidelijk dat het slachtoffer al langere tijd door is en herstel niet
meer mogelijk is. In alle andere gevallen moet u een slachtoffer met
een circulatiestilstand, altijd reanimeren!
Sommige mensen hebben een niet-reanimeren verklaring bij zich.
Dit is een briefje of penning, waarop staat dat deze persoon niet
gereanimeerd wil worden, mocht dit nodig zijn. Deze verklaring moet
aan de volgende eisen voldoen:
- handgeschreven
- ondertekend
- voorzien van geboortedatum en
- datum van ondertekening.
U hoeft geen reanimatiepoging te ondernemen als vóór aanvang voor u
duidelijk is, dat het slachtoffer een geldige niet-reanimatieverklaring
heeft. U moet bij iemand met een circulatiestilstand niet op zoek te gaan
naar een verklaring. Daarmee wordt de reanimatiepoging uitgesteld en
de uitkomst van de reanimatie nadelig beïnvloed. Wanneer u een niet-
reanimeren penning aantreft na het opstarten van de reanimatie, mag u
stoppen, maar hoeft dit niet te doen. U mag ook doorgaan totdat de
professionele hulpverlening aanwezig is.
Als je hartspier te weinig zuurstof krijgt, kan er ook pijn op de borst ontstaan: angina pectoris ook wel hartkramp. Bij beweging, emoties of stress neemt de pijn toe. Meestal wordt de kramp veroorzaakt door een vernauwing in de kransslagaders. Als pijn op de borst het gevolg is van hartklachten, straalt de pijn vaak uit naar de armen of hals en kaak.
Ook hartklepaandoeningen of hartritmestoornissen veroorzaken klachten op de borst. Datzelfde geldt voor pericarditis: een ontsteking van het hartzakje. De bekendste hartaandoening met drukkende pijn op de borst is het hartinfarct.
Kan het kwaad?
Pijn op de borst door angina pectoris kan meestal geen kwaad, het is een waarschuwing. Neem rust zodra de pijn komt, zodat het hart zich kan herstellen. Over het algemeen zijn de klachten binnen enkele minuten verdwenen. Houdt het zuurstoftekort langer dan 15 minuten aan, dan bestaat er kans op schade aan het hart. Veel mensen leven echter jarenlang met angina pectoris zonder dat er een hartinfarct ontstaat.
Als een aanval van pijn of druk op de borst opkomt terwijl je rustig zit of ligt is het van groot belang om direct de huisarts te bellen. Dit zelfde geldt als de pijn niet weg gaat nadat je eventuele medicijnen hebt genomen of wanneer de pijn gepaard gaat met onrust, misselijkheid, bleek zien, zweten en een klamme huid.